Mongolië. We gingen er eerst 7 à 10 dagen blijven. Dat werden er 14 en nu overwegen we drie weken. Het was geen liefde op het eerste zicht, want dat eerste uur in Ulaanbaatar was wennen. Je kan het moeilijk een mooie stad noemen, dat allegaartje van door roet vervuilde gebouwen met verschenen reclameborden, nieuwe constructies in aanbouw en opgebroken straten. Maar de stad steelt al snel je hart, net als zijn inwoners. Niet moeilijk want de Mongolen moeten wel de meest aanstekelijke lach hebben van alle volkeren. En ze lachen de hele tijd, met ons, met zichzelf, om vanalles en nog wat. Zoals een andere bezoeker het mooi verwoordde: thank you for Mongolia!
Na twee dagen acclimatiseren liepen we Sanne en Reinier tegen het lijf, een Nederlands koppel dat in Amsterdam woont. (Ik hoef blijkbaar maar op deze blog te klagen over het gebrek aan Nederlanders en ik krijg er meteen twee. Bij deze wens ik zachte kussens, 'echte' toiletten en dik toiletpapier.) Met hen trokken we drie dagen op excursie in de streek rond Ulaanbaatar, onder deskundige leiding van de sympathieke gids Unürüü en de alleraardigste chauffeur Lkhaguaa. We liepen driemaal rond een ovoo (om de lokale geesten om een behouden rit te vragen), bereden een Mongools paard, poseerden voor Turtle Rock, zakten weg in een moeras, aten in een ger, speelden Mongoolse kaartspelletjes, sliepen in het huisje van onze Mongoolse gastfamilie en dronken shiimin arkhi, een door de familie zelf gebrouwde alcoholische drank van 12 pct.
Het hoogtepunt was een bezoek aan Amarbayasgalant Khiid, een boeddhistisch klooster in de aimag (provincie) Selenge, zo'n 6 uur rijden van de hoofdstad. Daar waren we getuige van een speciale ceremonie rond de tsam dance, een dans die door de dertig monniken wordt uitgevoerd om kwade geesten te verdrijven en geluk af te smeken voor het komende jaar. Het was een unieke ervaring, ook al omdat de monniken niet al te veel ruchtbaarheid willen geven aan het evenement en de eigenaar van ons guesthouse per toeval achter de juiste datum van de ceremonie was gekomen.
Op de terugweg kwam het tot een Nederlands-Belgische clash met onze voor de rest uiterst sympathieke Nederlandse reisgenoten. Er werden moppen uitgewisseld, de verdieping van de Westerschelde kwam ter sprake, net als de mosselkwestie, de lamentabele prestaties van de Rode Duivels en het twijfelachtige kinderlievende verleden van België. Onze noorderburen erkenden wel zonder morren de Belgische superioriteit inzake Tien voor Taal, culinaire prestaties en tennis. Over de herkomst van het Brabants trekpaard werd geen consentie bereikt. De onlinebijbel wikipedia leert nu dat er zowel een Nederlands als een Belgisch trekpaard bestaat, die qua ras erg verwant zijn aan elkaar. Ik roep het trekpaard bij deze uit tot het symbool van de Nederlands-Belgische vriendschap!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten