Wie door China reist, kan er niet naast kijken, de bussen afgeladen vol Chinese toeristen met camera's, vlaggetjes en decibels. Waar we ook gingen, ze waren ons altijd voor en dat werkte op de lange duur ontmoedigend. Het is moeilijk om unieke ervaringen op te doen op platgetreden paden en in het gezelschap van honderden anderen. Het was te veel toerisme en te weinig reizen. Daarom besloten we alle highlights voortaan links te laten liggen, de enige manier om ons niet meer als een schaap in een kudde te voelen. Gedaan met een half uur aanschuiven en een hoge inkomprijs te betalen om onze eigen "been there, done that" foto te maken.
Dus trokken we naar Xichang, ook bekend als spacetown door de nabijgelegen lanceerbasis voor raketten. En ja, het werkte. Voor het eerst sinds we in China aankwamen zagen we geen toeristenbussen. We zagen eigenlijk helemaal geen toeristen en dat had zo zijn gevolgen. Overal waar we voorbijkwamen viel het leven stil. Voetgangers bleven staan en staarden ons met open mond aan, fietsers vielen bijna van hun rijwiel en kinderen wezen. Voorbij kappers durfden we niet, uit angst voor ongelukken. Gingen we ergens binnen dan sloeg het personeel gegarandeerd hysterisch aan het giechelen. Anderen gaven ons een angstige, al dan niet wantrouwende toch-niet-tijdens-mijn-shift-blik.
De eerste uren wisten we niet waar kruipen en probeerden we ons een Chinese look aan te meten, maar het went. China is een land van uitersten en we wouden nu eenmaal meer avontuur en minder toeristen. Twee dagen in Xichang en ik was verlost van mijn menselijk opzicht. Zelfs een lokale bus (lees: dertig paar starende ogen) schrok ons niet meer af. Het zou mij niet verwonderen indien ik mij voor het einde van de reis nog aan een publieke karaoke waag ook.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten