Ah Lijiang, het moest een van de hoogtepunten worden van de reis. En dat werd het ook, op de hoogteziekte na. Hoogteziekte betekende voor mij een week lang geen eten en drinken binnenkrijgen/houden, moeite met ademen, slapeloosheid, de hele tijd misselijk en duizelig. We zaten nochtans slechts op 2500 meter. Verjaren kwam er niet van. Toen het erger werd zijn we holderdebolder afgedaald naar Dali, dat 300 meter lager ligt.
Dali is Lijiang in het klein, naar het schijnt was het een van de eerste plekken die in China werden opengesteld voor "aliens" (buitenlandse toeristen). We profiteerden van ons formidabele hostel om letterlijk op adem te komen, maar bezochten ook de oude stad...
en deden een tour met een lokale gids. Mr. Zhou reed met ons rond het Erhai meer...
en troonde ons mee naar twee Bai dorpen en plaatselijke markten. Een aantal keren werden we vriendelijk maar met aandrang een courtyard woning binnengeduwd (een grote woning gebouwd rond een binnenkoer, meestal de thuis van de hele familie) om "te bezichtigen".
De bewoners bleken vervolgens toevallig ook souvenirachtige spulletjes te verkopen. Eén vrouw had twee zolders volgestouwd met batikstoffen. Een ander dametje bleek een weefster te zijn en haalde een mand met sjaals boven. Elke sjaal betekende minstens vijf dagen werk.
We lieten ons gaan, commissie of geen commissie. De dorpen zelf waren ook meer dan de moeite met hun wirrewar aan steegjes, oude toegangspoorten en gezellige drukte.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten